"Oui!"

8 april 2015 - Ampefy, Madagaskar

Het is al een tijdje geleden, maar ‘k heb me nog eens voor mijn laptop genesteld om mijn ervaringen, bepeinzingen en anekdotes neer te schrijven. Mijn redelijk lange afwezigheid op deze blog is deels te wijten aan mijn stage die nu echt uit de startblokken geschoten is, maar misschien ook wel een beetje aan de Afrikaanse mentaliteit… ’n mens moet hem een beetje aanpassen hé. Aangezien ik nogal veel te vertellen heb, schrijf ik twee blogberichten. Vergeet dus de tweede niet te lezen! In het eerste blogbericht (deze dus) heb ik het over mijn stage en in het tweede over mijn vrije tijd.

Zo’n dikke maand geleden vertrok ik naar het kleine dorpje Ampefy op zo’n drie uur rijden van de hoofdstad waar ik mijn carrière als leerkracht Frans zou aanvatten. Qua verblijfplaats kan ik niets anders zeggen dan dat ik met mijn gat in de boter gevallen ben. Ik woon in het hotel Kavitaha, één van de beste hotels van het dorp (niet dat ze er veel hebben, maar toch!) waar ik voor het zeer zachte prijsje van 10 eurootjes mag slapen, ontbijten en dineren! Oh, en zwemmen in het verfrissende zwembad! Het uiterst vriendelijke personeel bedient me op m’n wenken, doet mijn was en poetst mijn kamer elke dag zeer grondig. Ik krijg bijna schaamkaken van alle luxe, maar het is stiekem wel heel leuk. Ik geef ondertussen ook al lesjes Engels aan het personeel, kwestie van toch iets terug te doen! Wat betreft mijn stage, mag ik ook echt van geluk spreken. Ik had hiervoor nog nooit een minuut lesgegeven en plots begon mijn werkweek van 11 uur les. Ik dacht dat ik misschien toch wel wat gestresseerd voor de klas zou staan, maar ik moet zeggen dat het heel natuurlijk ging en dat ik het echt heel leuk vond/vind! Ik denk zelfs dat ik mijn droomjob gevonden heb! Ik geef les aan drie groepen van 10- tot 13-jarigen, vier groepen van 13- tot 16-jarigen, een groep leerkrachten aan de lagere school en een groep leerkrachten aan de middelbare school. De scholen waar ik lesgeef zijn tweetalig, dus ze krijgen van kinds af aan deels les in het Frans (of dat is toch de bedoeling), dus ik vreesde al dat ik zeker aan de leerkrachten niet veel te vertellen zou hebben en dat het niveau over het algemeen vrij hoog zou zijn. Jammer genoeg was niets minder waar. Veel leerkrachten slagen er niet in om foutloos in volzinnen te spreken. Ik heb wel opgemerkt dat hoe ouder de leerkracht, hoe beter zij is. (Het waren allemaal vrouwen.) Dit is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat voor de Malagassische Revolutie, het onderwijs volledig Frans was en dat er veelal Fransen lesgaven. Na die Malagassische Revolutie heeft Madagaskar zich zoveel mogelijk tegen haar Franse verleden afgezet en werd er veel meer lesgegeven in het Malagassisch. Nu grijpen ze steeds meer terug naar het Frans, omdat ze inzien dat ze die taal nodig hebben om met de wereld te communiceren en om aan een goede job te geraken. Daarom heb ik dus ook een sterk vermoeden dat er helemaal niet zoveel in het Frans lesgegeven wordt als zou verwacht worden in een tweetalige school, maar dat is niet verwijtend bedoeld, want uiteindelijk is het grotendeels te wijten aan de geschiedenis van het land. Op vlak van beleefdheid zit het dan wel weer heel goed. In elke klas die ik binnenkwam, schoten de leerlingen omhoog en zeiden ze in koor “Bonjour, mademoiselle”. Bij de jongsten heb ik jammer genoeg wel vaak het gevoel dat ze helemaal niet begrijpen wat ik daar vooraan allemaal sta te leuteren. Meestal als ik een inhoudelijke vraag stel weten ze niet goed waar ik het over heb, dus ben ik maar aan het tekenen geslagen (wat wel tot veel gegiechel leidt door mijn gebrek aan tekentalent…) om er zeker van te zijn dat ze toch grotendeels kunnen volgen. Ook probeer ik zo gemakkelijk mogelijke woorden te gebruiken en heel simpele vraagjes te stellen en het begint te lukken! In het begin vroeg ik vaak “Vous comprenez?” en toen zeiden ze allemaal in koor “Oui!”, maar na een tijdje begon me op te vallen dat het eigenlijk altijd “oui” was. Dus vroeg ik op een keer eerst “Vous comprenez?” met als volmondig antwoord: “Oui!” en daarna “C’est trop difficile?” waarop iedereen even enthousiast “Oui!” riep… Op een avond zat ik met twee andere meisjes (een Franse en een Zwitserse) die ook in dat dorp vrijwilligerswerk doen iets te drinken. Ik vertelde het “Oui”-verhaal en zij zeiden dat de kinderen bij hen inderdaad ook altijd “oui” zeggen, want zij doen ongeveer hetzelfde als mij, maar dan in andere scholen. De uitbaatster van het restaurant had ons horen praten en ze legde ons uit dat dat typisch is voor Malagassiërs. Ze zijn namelijk heel bang om iemand te kwetsen, dus gebruiken ze nooit het woordje “non”. Als ze iets niet willen of kunnen dan moet je dat afleiden uit een heel omslachtig antwoord. Kinderen zijn daar echter nog niet zo bedreven in, dus zeggen ze gewoon altijd “oui”. Dus ook culturele verschillen durven al eens obstakels te vormen, maar dat maakt het alleen maar interessanter. Andere dingen zijn dan weer universeel. Pubers bijvoorbeeld, die doen ook hier alsof het hen allemaal niet interesseert en vinden het heel grappig als er daar plots een blanke lerares vooraan staat… Het was vooral wat vervelend toen ik een groep van 40 16-jarigen voor mijn neus kreeg zonder leerkracht. Ik heb dan maar heel snel Steffie op haar strengst naar boven gehaald en na een tijdje hadden ze wel door dat er met mij niet te sollen valt. Het geeft wel een beetje een machtsgevoel, maar ik ben toch liever gewoon m’n enthousiaste zelf zonder op m’n hoede te moeten zijn voor eventuele flaters. In de andere groepen met 13- tot 16-jarigen mét leerkracht liep het gelukkig al een heel stuk vlotter en ze blijken het liedje “Il est cinq heures, Paris s’éveille” van Jacques Dutronc wel te smaken. Het liefst sta ik voor de andere leerkrachten. De meeste zijn heel gedreven, stellen veel vragen en zijn heel dankbaar. Ook krijg ik helemaal carte blanche voor die lessen, dus kan ik me volledig laten gaan. Naast die lessen moet ik ook nog onderzoek doen rond “CLIC”, een centrum waar de Franse taal gepromoot wordt. Je zou het kunnen vergelijken met een mediatheek waar kinderen en volwassenen kunnen lezen, spelletjes spelen, tv kijken, aan activiteiten deelnemen… Allemaal in het Frans uiteraard! Ik moet proberen te weten te komen wat de impact van het centrum is op de schoolresultaten en de kennis van het Frans bij de leerlingen. Ook werk ik nog rond het grote programma “water, hygiëne en sanering”. Daarvoor was ik tijdens een vergadering hierrond assistente en facilitator. Hoteluitbaters, restauranthouders, uitbaters van “cargottes” (kleine kraampjes/winkeltjes langs de weg), slagers, pastoors en wat mensen van de gemeente werden hiervoor samengeroepen om over de toekomst van Ampefy te spreken op het vlak van water, hygiëne en sanering. Per sector moesten ze samenzitten en hun ideeën bespreken. Dat was niet altijd even gemakkelijk voor mij, omdat ze natuurlijk allemaal in het Malagassisch discussieerden. Op het einde van de vergadering werden alle ideeën samen besproken, maar het werd nogal een chaotische en vooral onrealistische boel. Er werd gesproken over het scheiden van het afval, terwijl de meesten niet weten of er eigenlijk wel afvalverwerkingsbedrijven zijn. Ook werd geopperd dat het vlees bij de slagerijen dat zomaar op een soort tafel op straat ligt beter beschermd moet worden met plastieken bakken bijvoorbeeld, maar dat lijkt mij niet zo’n goed idee met die hitte… Mijn baas had ook opgemerkt dat dit niet de ideale manier van werken was en gelukkig komt er een nieuwe gestructureerde vergadering waarvoor ik het actieplan dan mag opstellen. Ook mocht ik aanwezig zijn op een vergadering van veel hoger niveau! 2015 is namelijk uitgeroepen door de president tot het jaar van “Water, hygiëne en sanering”, dus nodigde hij alle organisaties en binnen- en buitenlandse fondsenwervers daarom uit voor een evenement. Het was wel even wennen aan de omgeving, want het ging door in het chicste hotel van de hoofdstad! Bovendien was ik veruit de jongste tussen al die ministers, bazen van NGO’s, fondsenwervers en “son excellence, monsieur le président” himself! Het was een bijzondere ervaring, dat zeker, maar ik vroeg me ook af hoeveel ze werkelijk doen voor het volk. Hun toespraken waren allemaal veelbelovend, maar we weten allemaal dat politici het goed kunnen zeggen natuurlijk…

Foto’s